Aug 5, 2016 10:02:14 GMT -5 |
Post by Alec on Aug 5, 2016 10:02:14 GMT -5
The Good | The Bad
Eindelijk was het dan zo ver, de twee waren oud genoeg om naar Hogwarts te gaan. De brief kwam als vanzelfsprekend, desalniettemin was de tweeling blij met de uitnodiging. Hun ouders lieten hun enthousiasme echter minder blijken en knikte enkel goedkeurend.
"Slytherin zal blij zijn met jullie komst." Zei hun moeder en een zucht kwam tussen de lippen van Lucian door. Een zucht die door beide ouders werd genegeerd. Dat was iets wat ze vaker deden, wegkijken als de jongen weer iets vroeg of zei en het afwimpelen als nonsens. Het meisje daarentegen werd altijd gehoord en hoewel Lucian het zijn zusje niet kwalijk nam, moest hij sommige vragen vaak via haar uitspreken.
Lucian was altijd te nieuwsgierig, te anders en te druk voor hen. Hij ging met mensen om die niet pure-blood waren en trok daaruit in twijfel wat hij had geleerd. Waarom was het zo erg dat je niet uit een gezin kwam met tovenaars? Wat was er zo bijzonder aan Voldemort dat zij hem zouden volgen? Wat maakte het uit in welke groep je op Hogwarts gezet werd? Hoewel Kallista hetzelfde dacht, liep zij meer in de voet sporen van haar ouders; althans, dat was hoe ze zich voordeed. Natuurlijk trok Lucian haar mee in de vragen die hij stelde. Hij vroeg ze namelijk ook aan haar en hoewel ze graag antwoord had gegeven, kon zijzelf dit niet waarmaken.
"Mogen we dan eindelijk onze stokken halen?" De tweeling was al vaker bij de Diagon alley geweest. Ze hadden een oudere zus, deze het perfecte plaatje was van hoe hun zoon of dochter zou moeten zijn. Iets wat ze vaak genoeg hoorde. "Ben eens meer zoals Tanith." Werd er gezegd en hoewel Kallista een klein knikje zou geven, zou Lucian er tegenin gaan. Zijn ouders vertellen dat niet iedereen hetzelfde is en dat hij blij was als hij niet bij Slytherin zou komen. Zelf hield ze haar mond terwijl ze de woordenwisseling van de drie aanhoorde. Hoewel het meisje goed bespraakt was, zou ze dit niet tegen haar ouders laten blijken. Af en toe deed ze dit wel en zou ze subtiel proberen te achterhalen wat er zo bijzonder was aan Voldermort en wat Slytherin zo bijzonder maakte. Hun zus was natuurlijk wel in Slytherin gekomen en hoe ze soms sprak over andere was verbazingwekkend. Afkeurend was ze over de mensen van de andere drie huizen en hoewel Kallista altijd dacht dat het meer om je passie ging waar je in zat, leek het alsof Tanith een zekere haat had naar andere. Maar ze kende haar zus niet anders, haar ouders ook niet. Iedereen met minder geld kreeg een afkeurende blik. Terwijl de tweeling geen armoede of rijkheid zag toen ze klein waren. Kallista en Lucian speelde altijd buiten en gingen met zoveel verschillende soorten kinderen om. Dat hun blik op de wereld anders werd als die van hun ouders. De twee mochten niet meer met hun beste vriendjes spelen, deze waren blijkbaar niet goed genoeg. De tweeling werd naar een huis gestuurd om te spelen en moesten met kinderen omgaan die ze helemaal niet leuk vonden. Ze mochten niks vies maken, mochten niet scheef zitten en de twee moesten doen wat hun wilde. Wanneer het vakantie was en hun zus terug was, leek het altijd net een beetje rustiger in huis te zijn. Hun ouders konden zich bekommeren om hun lieftallige dochter, Tanith, terwijl Kallista en Lucian het huis verlieten om rond te struinen door de bossen rond hun huis.
Ze klommen in bomen, duwde elkaar in het water of in de modder en kwamen van onder tot boven in de modder terug. Hun dure kleding vies en hun haren stonden overeind.
Hoewel Tanith boos op hen werd, zorgde ze ervoor dat hun ouders hen niet zo zagen. Ze mochten het niet nog eens doen, hoe haalde ze het in hun hoofd om zichzelf zo vies te maken. Ze kwamen van goede komaf en dit was geen doen. Hun ouders mochten dit niet zien. Dit lukte niet altijd, maar de tijden dat het wel lukte waren leuk. Het zorgde er haast voor dat de band tussen de drie wat sterker werd. Een band die ondanks alles wat er gebeurde, aan een zijde draadje bleef hangen en tot noch toe niet was geknapt.
Samen sprongen ze dan onder de douche, natuurlijk met shirt en ondergoed aan en wanneer ze gewassen waren, zouden ze onschuldig een potje schaken. De zomervakantie leek voor de twee eeuwig te duren, ze konden niet wachten totdat ze eindelijk zelf de kleding aan mochten trekken en op de trein mochten stappen.
Eindelijk aangekomen bij de Diagon alley konden ze hun lol niet op. Hoewel hun ouders enkel naar de duurdere winkels wilde gaan en totaal geen tweedehands winkels wilde betreden, was dat met deze twee een haast onmogelijke taak. Ze rende de ene winkel in en het maakte hen niet uit wat voor soort winkel het was. Al snel kregen ze geld in hun handen gedrukt en de lijst van wat zij zouden moeten kopen, de boeken zouden hun doen. De toverstok, het dier en enkele andere benodigdheden mochten ze zelf kopen. Tanith ging netjes met haar ouders mee en keek even afkeurend naar ze als hun ouders deden. Maar dat hadden ze niet eens in de gaten en met een lach op hun gezicht pakte ze het aan.
"Gedraag jullie, als ik erachter kom dat jullie teveel omgaan met onreine figuren, zal ik er persoonlijk voor zorgen dat jullie niet op de school komen." De lach verdween van het gezicht van Kallista en Lucian zuchtte.
"Alsof wij zo rein zijn." Mijmerde hij en een vlakke hand op zijn wang zorgde voor een kleine kreun. Kallista sloeg geschrokken een hand voor haar mond.
"Moeder!" Riep ze boos en wilde haar mond nog eens opentrekken. Echter hield Tanith haar tegen en legde een hand op haar mond stil te houden.
"Ja, de familie Black gaat duizenden jaren terug. Toon respect voor jullie voorouders." De vinger van zijn moeder raakte zijn neus bijna aan en het vuur in haar ogen was heftiger als normaal, ook had ze een vluchtige blik gegeven aan Kallista om te laten blijken dat zij dat ook moest doen.. "Als er iemand is die onze familie ten schande zal brengen, ben jij het wel. Je neemt je zusje in jou onzin mee." Zijn groene ogen keken recht in die van zijn moeder.
"Jullie hebben het altijd over Voldemort, ik heb hem nog nooit gezien en hij heeft mensen gedood. Hoe kun je zo iemand eren?" Onbegrip in zijn ogen en boosheid, terwijl de jongen zich boos omdraaide. Kallista beet in de hand van haar zus, deze haar met een duw losliet. Kallista keek van Lucian naar haar moeder en ze zuchtte.
"Als jullie niet in Slytherin zitten, dan mogen jullie het huis niet meer in." Siste ze. "Zorg ervoor dat je broer geen ellende veroorzaakt voor onze naam, Kallista."
"Dat doet hij niet." Ze keek haar moeder boos aan, draaide zich om en liep achter Lucian aan. Ze pakte zijn arm vast en toen hij verbaasd en nog steeds boos omkeek, sloeg ze haar armen om hem heen.
"We zijn zo van ze af." Glimlachte ze op fluisterende toon. "Over twintig dagen stappen wij de trein in en hebben we rust." Hoewel ze tweeling waren, was het meisje op dit moment wat groter als de jongen en ze aaide hem dan ook over zijn hoofd en keek naar het geld in zijn hand.
"Laten we een staf kopen." Grijnsde ze en de glimlach kwam ook weer terug op de lippen van Lucian. Hoewel Kallista graag het beste voor iedereen wilde en iedereen wilde beschermen, leek dat lastig te zijn. Ze zou graag tegen haar ouders roepen en zeggen dat het niets uit maakte waar iemand vandaan kwam, dat het ging om hoe iemand was. Maar ze deed het niet, in tegenstelling tot haar broer, deze duidelijk zijn mond wel open durfde te trekken. Maar ook zij wist dat het geen oplossing was als ook zijzelf tegen hen in ging.
Aangekomen bij de winkel keek ze met een glimlach toe hoe een oudere man naar hen toe kwam gelopen.
"Broer en zus?" Vroeg hij met een brede lach en Kallista knikte.
"Tweeling." Beaamde ze en de man klapte in zijn handen.
"De meeste tweelingen hebben eenzelfde soort staf." Mompelde hij en gaf ieder van hen een staf. "De core is anders, de hout soort hetzelfde: Maple, Kelpie mane & Unicorn tail hair" De tweeling keek elkaar aan met dezelfde vragende blik en toen pakte hij de staf uit beide handen.
"We zullen met de jongedame beginnen." Was zijn conclusie. Na tien minuten zakte de moed haar haast in de schoenen. Duurde het altijd zo lang? Blijkbaar zag hij de wanhopige blik in haar ogen en de man glimlachte naar haar.
"Het is altijd even zoeken naar de perfecte staf." Gaf hij toe en dit zorgde toch voor een glimlach.
"Misschien was de brief verkeerd verzonden." Plaagde Lucian en Kallista sloeg een vuist tegen zijn schouder. "Nee, we mogen er eindelijk naartoe en dan hoef ik jou niet meer te beschermen tegen vader en moeder." Zei ze rustig en Lucian haalde zijn schouders op.
"Waarom zeg jij nooit iets? Echt beschermen is het dan niet echt." Dit keer was het de beurt aan Kallista om haar schouders op te halen.
"Ik al wel willen, maar waarom zou ik alles erger maken als dat het is? Als ik stil ben, kan ik de vragen stellen die ze bij jou negeren en als ze boos worden, kan ik er tussen staan." De man luisterde enkele tellen naar het gesprek van de twee en met een glimlach pakte hij een staf en gaf deze aan haar.
"Yew, Thunderbird tail feather. Een krachtige en interessante combinatie." Ze pakte de staf vast en een warme tinteling schoot door haar vingers heen. Ze keek verbaasd naar de man en deze glimlachte naar haar. "Goed voor transfiguratie en het groene handvat past prachtig bij je ogen." Een blos verscheen op haar wangen en Lucian keek haar vol trots aan.
"Dankuwel." Zei ze vrolijk en de man knikte naar haar.
"De jonge heer." Mijmerde hij en begon weer de doosjes af te gaan. Het duurde weer enkele minuten totdat de jongen zijn zevende staf in zijn handen kreeg en een grijns kwam op zijn lippen. Hij voelde het ook, ze wist het.
"Black walnut, Veela hair" Ze keken naar elkaar en naar de staf die ze in hun handen hadden. Beide met een schaapachtige blik op hun gezicht.
"De meeste tweelingen hebben wat van elkaar weg." Mompelde de man, "Maar deze twee kunnen niet meer van elkaar verschillen. Jongeman, pas goed op je zusje. Het is niet de bedoeling dat ze op het verkeerde pad komt." Een glimlach en Lucian knikte, terwijl Kallista er als verbaasd bijstond. Ze wilde haar mond openen, maar werd weggeduwd door Lucian.
"Dankuwel en misschien totziens." Zei hij en het lijstje ophield. "We hebben nog veel nodig." Zei hij haastig en ze liepen richting de dierenwinkel. Dat hielp, want haar gedachte werd overgenomen door de beesten die er waren en niet meer bij wat de oudere man gezegd had.